Nederland kent een eetcultuur die afwijkt van veel andere culturen. Voor toeristen die Nederland bezoeken en voor mensen die zich in Nederland vestigen is het vaak wel eventjes aanpassen. Dat komt onder andere door de vrij sobere manier van eten en het feit dat de eerste twee maaltijden in veel Nederlandse gezinnen uit brood bestaan. Hoewel er een duidelijk groeiende invloed is van andere culturen zie je dat de gewoonte om vooral veel brood te eten niet snel verdwijnt. Helaas is het zo dat indien een broodmaaltijd vervangen wordt door iets anders, het vooral vaak een ongezonde vervanging betreft zoals fastfood en snacks.
Eten en drinken in Nederland
Drie maaltijden per dag
Gemiddeld neemt een Nederlander drie maaltijden per dag tot zich. Het ontbijt wordt meestal genuttigd zodra men opgestaan is. In de meeste gevallen wordt het ontbijt thuis gegeten. Een klein deel van de Nederlanders ontbijt buitenshuis (o.a. vanwege vroege starttijd van het werk) en een klein deel eet zelden of nooit een ontbijt. Omdat er in een gezin vaak verschillende tijden zijn dat men op pad moet, gebeurt het steeds vaker dat het ontbijt niet door alle gezinsleden gezamenlijk gegeten wordt. Een ontbijt in Nederland bestaat grotendeels uit brood (boterhammen) met beleg. Nederlanders kennen een aantal typisch Nederlandse gewoontes om brood te beleggen zoals hagelslag, pindakaas en muisjes. Ook zuivel met graanproducten zoals cruesli en muesli zijn populaire vormen van ontbijt. Warme elementen zoals ei worden doordeweeks zelden gegeten bij het ontbijt. In het weekeinde komt dit veel meer voor.
Nederlanders lunchen relatief vroeg. Meestal start de lunch tussen 12 en 12:30 uur. De gemiddelde lunch in Nederland neemt slechts een half uur in beslag. Zelfs zakenlunches buiten de deur nemen meestal niet onnodig veel tijd in beslag. Efficiëntie gaat in veel gevallen boven genieten. De lunch bestaat in vele gevallen ook uit een broodmaaltijd die niet zelden aangevuld wordt met andere elementen, zowel koud als warm. Volledige warme maaltijden komen relatief weinig voor. Zeker meerdere gangen als lunch zie je in Nederland niet veel. Uitzonderingen hierop zijn vaak de oudere generaties, die soms als gewoonte hebben om de warme maaltijd tussen-de-middag te nuttigen, gevolgd door een broodmaaltijd aan het begin van de avond.
Het diner vindt meestal plaats tussen 17 en 19 uur. In vergelijking tot veel andere landen relatief vroeg. In sommige gezinnen zit men zelfs om half vijf al aan tafel. Dat komt vooral voor indien de man een beroep heeft waarbij men traditioneel vroeg begint en vroeg klaar is, zoals in de bouw. Aanschuiven voor het diner na 19 uur ‘s avonds geschiedt slechts door een kleine groep. Als het al gebeurt dan is het vooral in het weekeinde, als er gasten zijn. Of doordeweeks omdat men laat thuis is van het werk. Het diner is voor zover mogelijk vooral een gezinsaangelegenheid. Men probeert dan ook zoveel mogelijk het avondeten gezamenlijk te nuttigen. Op doordeweekse dagen wordt er voor het diner zelden meer dan een uur uitgetrokken. Vaak is het avondeten dan ook beperkt tot één of twee gangen.
Gemakskeuken
De tijd dat vrouwen of mannen een redelijk deel van de dag besteedden aan inkopen doen en het bereiden van maaltijden is al lang vervlogen. In Nederland is vooral het gemak dat belangrijk is. Een redelijk deel van de maaltijden wordt samengesteld met kant-en-klare producten, kruidenzakjes of met zelfs kant-en-klare maaltijden die alleen nog maar opgewarmd dienen te worden. Zelfs voor feestdagen zoals Kerstmis en Pasen grijpt men steeds vaker naar kant-en-klare onderdelen van een gerecht die door de Nederlandse supermarkten aangeboden worden. De echte kooktechnieken zie je bij het gros van de mensen dan ook langzamerhand verdwijnen. Saus komt uit een zakje, groenten uit een pot en zelfs een vrij simpel Nederlands gerecht zoals hachee wordt meer en meer met kant-en-klare kruidenmixen gemaakt. Je ziet ook een verschuiving van het soort basisingrediënten dat men gebruikt en waar men het koopt. De echte bakker, slager en groenteboer zijn grotendeels verdrongen door de grote en machtige supermarkten die met hun agressieve inkoop- en verkoopmethodes de voedselbranche domineren.
Consumenten zijn gewend geraakt aan producten die vol zitten met allerlei toevoegingen die eigenlijk helemaal niet in levensmiddelen thuishoren. Enerzijds weet men hiermee te bereiken dat producten langer houdbaar zijn (conserveringsmiddelen) en goedkoper geproduceerd kunnen worden (smaakversterkers en zout). Aan de andere kant zorgt men ervoor dat mensen vooral gewend en in sommige gevallen zelfs verslaafd raken aan bepaalde smaken. Het zijn vooral zout, kristalsuiker en smaakversterkers (de toevoeging E621) die ingezet worden om dit effect te bereiken. Het resultaat is in veel gevallen dat men vooral aan kunstmatige smaken gewend raakt en de echte pure producten vaak al niet meer herkent of zelfs onaangenaam vindt. Het grootste verschil met de alom geroemde mediterrane keuken is dan ook vooral dat daar veel puurder gekookt wordt.
Dat eten vooral gemakkelijk moet zijn zie je ook aan de grote hoeveelheden fastfood, snacks en kant-en-klare broodjes die geconsumeerd worden. Boterhammen thuis smeren en tussen de middag op eten is niet meer nodig in Nederland, want je kunt immers bij vrijwel iedere benzinepomp, in bedrijfskantines, schoolkantines en bij drive-in fastfoodrestaurants volop broodjes, snacks en andere lekkernijen kopen.
Verantwoord eten
In Nederland is er ook een toenemende belangstelling voor verantwoord eten. Het begrip ‘verantwoord’ is erg breed. Het kan slaan op de samenstelling van de maaltijd (hoeveelheid calorieën, hoeveelheid vitaminen, de aanwezigheid van anti-oxidanten), op de oorsprong (biologisch), op de bereidingswijze (minder frituren en bakken) of op de duurzaamheid van de producten (streekproducten ipv bijvoorbeeld fruit uit een ander continent). Je ziet vooral een groeiende belangstelling voor biologische producten. Deze trend zet zich voort in supermarkten. Ook die hebben steeds meer biologische producten in hun assortiment. In veel gevallen is het vooral de portemonnee die ervoor zorgt dat men vaak noodgedwongen terugvalt op de producten die minder verantwoord zijn.
Zuivel
Behalve brood neemt ook zuivel een belangrijke plaats in binnen de Nederlandse huishoudens. Melk, melkproducten, kaas en toetjes op basis van zuivel zijn in veel huishoudens dagelijks kost. Dat dit in de Nederlandse cultuur ingebakken zit is niet zo vreemd. De veeteelt is altijd al een belangrijke bron van inkomsten geweest in Nederland. Natuurlijk wordt het nuttigen van zuivelproducten dan veelvuldig gepromoot. Er zullen voldoende mensen in Nederland zijn die zich kunnen herinneren dat er vroeger op school dagelijks pakjes melk uitgedeeld werden. De status van koemelk als goed product wordt steeds meer in twijfel getrokken, maar het is zeer waarschijnlijk dat het een stuk beter is dan de pakjes zoete limonade die het Nederlandse kroost tegenwoordig vooral mee naar school neemt.
De Nederlandse keuken
De oorspronkelijke Nederlandse keuken is vooral gebaseerd op producten die in Nederland verbouwd en geteeld worden. Aardappelen, (knol)groenten, zuivel, brood en vlees zijn belangrijke bestanddelen binnen de Nederlandse maaltijden. Van oudsher zijn er ook buitenlandse invloeden die verwerkt zijn in typisch Nederlandse gerechten. Vanuit de tijd van de VOC kwamen specerijen zoals peper, kaneel, kruidnagel en nootmuskaat terecht in de Nederlandse keuken. Deze specerijen worden nog steeds in veel gerechten en lekkernijen verwerkt. Ook de Indonesische keuken is al decennia geleden in de Nederlandse keuken verweven geraakt. Rijsttafels is iets wat we in Nederland natuurlijk al lang kennen en ook de gewoonte om pindasaus bij friet (patat) of andere gerechten te eten komt voort uit het koloniale verleden.
Nederlanders blijven nieuwsgierig naar andere keukens. Niet voor niets dat er in het dagelijks eten van Nederlanders veel invloeden van andere keukens te vinden zijn. Het zijn vaak wel vernederlandste varianten, zoals spaghetti met gehaktballetjes, roti met kipfilet en shoarma op basis van varkensvlees in plaats van lamsvlees.
Uit eten
Nederlanders eten graag buiten de deur. Dat kan in allerlei varianten, van luxe restaurants met hoogstaande culinaire gerechten tot aan broodjeszaken en snackbars. Opvallend is dat de meest ‘Nederlandse’ restaurants eigenlijk de snackbars zijn. Friet/patat met sauzen en één of meerdere gefrituurde snacks worden als echt Nederlands gezien, ondanks het feit dat gefrituurde aardappelreepjes eigenlijk haar oorsprong in België vinden. Als je naar het restaurantaanbod kijkt dan zie je dat er slechts weinig restaurants zijn die grotendeels of geheel gebaseerd zijn op de traditionele Nederlandse keuken. Vaak is er sprake van een gevarieerde internationale kaart of een specialisme in een buitenlandse keuken. Zo zijn vooral Chinese, Indonesische, Italiaanse, Japanse, Mexicaanse, Spaanse en Griekse restaurants erg populair in Nederland. In grotere steden en vooral in de Randstad zie je een nog grotere verscheidenheid aan internationale keukens. Surinaams, Arabisch, Thais, Turks, Marokkaans, Vietnamees, Indiaas, Russisch… vrijwel alle smaken kun je in Nederland eten. Dit is grotendeels het gevolg van de migratie vanuit andere landen en culturen, maar heeft ook te maken met de nieuwsgierige geest van de gemiddelde Nederlander. Zelfs op het platteland, waar decennia lang het motto gold “wat de boer niet kent, dat vreet hij niet”, zie je steeds meer acceptatie van andere keukens.
Wat voor buitenlandse gasten vaak wel wennen is in Nederland zijn de openingstijden van restaurants. Dineren is vaak al vroeg mogelijk (vanaf 5 of 6 uur ‘s avonds), maar laat aan tafel en/of lang tafelen is niet echt Nederlands. De kans is groot dat als je tegen tien uur ‘s avonds een restaurant binnenwandelt je net zo snel weer naar buiten gekeken wordt dan dat je binnengekomen bent. Ook voor Nederlanders die redelijk veel in het buitenland komen is dit vaak toch weer even wennen als ze in Nederland terugkomen. Na tienen ben je op veel plekken aangewezen op een shoarmazaak of fastfoodrestaurant.
Drinken
Wat voor het eten geldt, geldt ook voor het drinken. Nederlanders drinken overdag vooral koffie, thee en water. Die eerste twee gewoontes zijn uit verre landen over komen waaien. Melk en andere zuiveldranken worden vooral nog gedronken bij het ontbijt en bij de lunch, maar niet zoveel tussendoor. De jeugd drinkt overdag vooral suikerhoudende dranken zoals frisdrank, limonade en zogenaamde energydrinks zoals Red Bull. Alcohol wordt overdag amper geconsumeerd. Wijn of bier bij de lunch zie je alleen in zeer beperkte mate bij zakenlunches en gedurende het weekeinde. Maar zelfs dan wordt er in vergelijking tot Zuid-Europese landen weinig alcohol gedronken. Het alcoholgebruik onder Nederlanders piekt vooral tijdens feestjes, uitgaan en evenementen. Alcohol drinken is in Nederland niet zelden een sociaal gebeuren. Wat betreft de hoeveelheid alcohol die een Nederlander gemiddeld per jaar drinkt scoort Nederland redelijk hoog.
Alcoholische dranken bestaan in Nederland vooral uit bier en wijn. Binnenlands gedistilleerd neemt al jaren in populariteit af. Het borreltje jonge jenever is iets dat vooral geassocieerd wordt met opa’s. De jongere generaties gaan vaker voor buitenlands gedistilleerde dranken zoals rum, wodka en likeuren. Vaak wordt dit als mix of cocktail gedronken.
Typisch Nederlandse gerechten en producten
Er zijn een aantal gerechten en producten die het stempel “typisch Nederlands” mogen hebben. Dat betekent niet altijd dat de oorsprong Nederlands is, maar vaak is er sprake van een typisch Nederlandse toepassing of variant. Zo vinden Amerikanen het heel erg apart dat wij als ontbijt chocolade hagelslag over onze boterhammen strooien. Zij kennen het product wel, maar passen het anders toe. De zogenaamde ‘chocolate sprinkles’ strooien ze daar over ijs of andere desserts.
Poffertjes
Poffertjes zijn een klein soort pannenkoekjes die op een speciale poffertjesplaat of een poffertjespan gebakken worden. Poffertjes worden tussentijds omgedraaid, zodat beide kanten gebakken worden en de binnenkant zacht blijft. Het is overigens een gerecht dat eigenlijk uit Frankrijk komt, maar als typisch Nederlands gezien wordt. Poffertjes worden warm als porties geserveerd met boter en suiker. Soms wordt er stroop gebruikt.
Speculaas
Een koek die in allerlei vormen voorkomt is speculaas. De meest gegeten variant is het harde droge koekjes die meestal bij de koffie gegeten worden. Rondom het Sinterklaasfeest zie je veel andere varianten in de winkel zoals gevulde speculaas en speculaasbrokken. De harde kruidnootjes die rondom dat kinderfeest gegeten worden komen wat betreft smaak en structuur ook vrijwel overeen met de harde speculaaskoeken.
Pindasaus op de friet
Een gebruik dat je nergens anders ter wereld ziet is om pindasaus (satésaus) op de friet (patat) te eten. In Nederland blijven mayonaise en fritessaus de meest populaire sauzen bij/op friet, maar pindasaus op de goudgele staafjes zie je toch ook best veel. Niet zelden zie je een combinatie van sauzen, zoals mayonaise en pindasaus.
Bitterballen & kroketten
De bitterbal is een gefrituurde snack die bestaat uit gepaneerde ragoutballetjes. Oorspronkelijk bevatten bitterballen rundvlees of kalfsvlees, maar net als bij de kroket zie je ook hier wel wat variaties zoals bijvoorbeeld de vegetarische bitterbal. De bitterbal is erg populair als snack in de kroeg of op het terras. In het buitenland worden bitterballen veel gegeten bij evenementen die georganiseerd worden door Nederlandse verenigingen, clubs en scholen. De lange variant is de kroket, die ook veel in Nederland als snack gegeten wordt.
Hollandse Nieuwe
De manier waarop wij haring eten is wereldwijd beroemd. Hollandse Nieuwe, ook wel maatjesharing of simpelweg maatjes genoemd, is gekaakte en gezouten haring die meestal met rauwe uiensnippers gegeten wordt. Dat kan in stukjes, op een broodje of zoals het eigenlijk hoort: vis bij de staart pakken, hoofd naar achteren en laat de vis in je mond glijden. Maatjesharing is ook zeer populair bij onze oosterburen. Op menig (kerst)markt in Duitsland kun je dan ook genieten van de heerlijke Hollandse haring.
Hachee
Stoofgerechten komen in veel landen voor. Een typisch Nederlandse variant is hachee. Dit bestaat uit stukken vlees (meestal rundvlees) dat met uien en zuur (wijn of azijn) bereid wordt. Om de jus op smaak te brengen worden er meestal zout, peper, kruidnagel en laurierblad toegevoegd. Er zijn wat variaties mogelijk, zoals bijvoorbeeld het toevoegen van peperkoek of kruidkoek in plaats van kruidnagelen. Dit valt uiteen waardoor de jus mooi bindt.
Kaas
Het product kaas is internationaal. De typische Hollandse kazen hebben hun eigen smaak, vorm en structuur. De oorspronkelijk uit Gouda afkomstige „Goudse kaas” of simpelweg „Gouda” is wereldwijd een begrip. Internationaal wordt vooral de jonge variant veel verkocht in supermarkten. In Nederland kun je veel meer varianten van Goudse kaas kopen, waaronder de extra smaakvolle graskaas die in mei verkocht wordt. Indien Goudse kaas in Nederland gemaakt en verpakt is met 100% Nederlandse melk en volgens Nederlands recept dan krijgt de kaas de beschermde naam Gouda Holland.
Drop
Snoepgoed dat met het wortelsap van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra gemaakt wordt kennen wij onder de naam drop. Het wordt niet alleen, maar wel vooral in Nederland gegeten. Veel van de bij ons bekende dropvarianten worden vrijwel alleen maar in Nederland geproduceerd en verkocht. Buitenlanders kijken vaak een beetje raar aan tegen het feit dat wij zo kunnen genieten van salmiakrondo’s, boerderijdrop, katjes, dubbelzoute drop of trekdrop.
Stroopwafel
De stroopwafel vindt haar oorsprong in Gouda en is de Nederlandse variant op de verschillende wafels die je wereldwijd aantreft. Stroopwafels worden als tussendoortje gegeten, niet zelden bij koffie of thee. Stroopwafels bestaan uit twee dunne koekhelften waar zoete stroop tussen gesmeerd is. Oorspronkelijk hebben de wafels een diameter van ongeveer tien centimeter. Tegenwoordig kun je ze als ministroopwafels kopen, maar ook in grotere formaten. Op sommige markten in Nederland tref je stroopwafelkramen aan die de stroopwafels warm verkopen.
Erwtensoep of snert
Nederlanders zijn liefhebbers van soep. Een populaire maaltijdsoep die echt Nederlands is, is snert. Dit is een vrij dikke en calorierijke variant waarbij er onder andere spliterwten, varkensvlees, knolselderij, wortel, ui en prei verwerkt worden. Meestal bevat snert ook rookworst. Erwtensoep wordt net als stamppot vooral in de winter gegeten. Bij het Nederlandse soepmerk Unox behoort erwtensoep steevast tot de best verkochte soepen in hun assortiment. Erwtensoep wordt vaak geserveerd met roggebrood, belegd met katenspek of kaas.
Stamppot
Een stamppot is een gerecht dat meestal uit aardappelen en groenten bestaat en waar andere elementen zoals vlees, kruiden of fruit toegevoegd worden. De ingrediënten worden fijngestampt en vaak ook nog even door elkaar geroerd. Stamppot wordt meestal gegeten met vlees (rookworst, gehaktbal, draadjesvlees, spek). Stamppotten worden niet zelden geserveerd met een kuiltje jus in het midden. Populaire stamppotten zijn stamppot boerenkool, hutspot, stamppot zuurkool, stamppot rauwe andijvie en hete bliksem. Stamppotten worden vooral in het winterseizoen gegeten.
Meer Nederlandse lekkernijen en gerechten
Hierboven is slechts een greep uit gerechten en lekkernijen die je als Nederlands kunt beschouwen. Er zijn echter nog veel meer producten die hier geplaatst zouden kunnen worden. Sommigen hiervan zijn Nederlandse varianten op een product, sommige gerechten en producten zijn echt regionaal.
Een greep uit de typisch Nederlandse producten en gerechten:
– appelbollen, appelstroop en appelflappen
– Amsterdamse ui
– bamischijven, nasiballen, frikandellen, kaassouflés en andere snacks
– beschuit met muisjes
– bitterkoekjes, bokkenpootjes, gevulde koeken en roze koeken
– Bossche bollen, Limburgse vlaai en kruidkoek
– Brabantse worstenbroodjes
– chocoladepasta
– hagelslag
– kibbeling en lekkerbekje
– kokosbrood
– metworst, Gelderse worst, kosterworst, paardenworst en Brabantse droge worst
– muisjes
– oliebollen
– ontbijtkoek
– pannenkoeken
– pepernoten
– roggebrood
– tompoes
– vanillevla en vlaflip
– Zeeuwse bolus en Zeeuws spek
– zuurvlees